Transvetten

 

In veel voedingsmiddelen zitten vetten, bijvoorbeeld verzadigde vetten, onverzadigde vetten en transvetten. Wat zijn transvetten eigenlijk? En kunnen ze kwaad? In deze blog vind je antwoorden op deze vragen en informatie over waar transvetten voorkomen en hoe je ze kunt herkennen.  

 

Wat zijn transvetten?

Ieder vet bestaat uit verschillende vetzuren. Transvetten zijn onderdeel van de onverzadigde vetzuren. Als de chemische verbindingen van onverzadigde vetzuren door bijvoorbeeld verwarming of industriële verwerking worden “omgedraaid” worden ze transvetzuren genoemd.  

 

Zijn transvetten ongezond?

In het algemeen: Ja! Transvetten zijn zelfs nog ongezonder dan verzadigde vetten. Het lichaam kan de “omgedraaide” structuur van de transvetten moeilijker verwerken en ze verhogen het risico op hart- en vaatziekten. Transvetzuren verhogen de bloedwaarden van het “slechte” LDL-cholesterol. Bovendien wordt ook nog het “goede” HDL-cholesterol verlaagd.  

 

Welke voedingsmiddelen bevatten transvetzuren?

Transvetten ontstaan vooral bij de bewerking van onverzadigde vetzuren uit dierlijke en plantaardige bronnen. Een voorbeeld is het verharden van vetten om het beter houdbaar te maken en om margarine of frituurvet te produceren. Gelukkig zijn de processen in de afgelopen jaren verbeterd, zodat er tegenwoordig minder transvetten in deze producten zitten. Ook bij het sterk verhitten of langdurig verhitten van vloeibare onverzadigde vetzuren kunnen transvetzuren ontstaan. Transvetten zitten nog regelmatig verborgen in bewerkte producten als koek, gebak, gefrituurd voedsel en snacks. Daarnaast bevatten zuivelproducten en vlees van herkauwers (bijvoorbeeld koeien en schapen) kleine gehaltes aan transvetten.  

 

Kan ik op de verpakking zien of een product transvetten bevat?

Het is niet verplicht om de hoeveelheid transvetten op de verpakking van een product te vermelden. Als er gehard vet in het product verwerkt is, moet dit wel worden aangegeven. Er staat dan bijvoorbeeld “plantaardig vet, gedeeltelijk gehard” of “gehydrogeneerd vet”. Alleen is hiermee ook niet duidelijk of en hoeveel transvetzuren er in het product zitten. Vanaf april 2021 heeft de Europese Commissie de hoeveelheid transvetzuren in verwerkte producten beperkt.  

 

Wat kan je nu beter wel of niet eten?

  • Gebruik zo veel mogelijk vloeibare of zachte vetzuren!
  • Beperk het eten van koek, gebak, gefrituurd voedsel en snacks!
  • Probeer vetten niet te lang en te hoog te verhitten (blijf onder de 130 °C)! Het mag niet roken, dan is het te heet.
  • Gebruik vet maar één keer!
  • Kies voor de bereiding vloeibare frituur-, bak- of braadvetten, die hittebestendig zijn. Gebruik hier geen olie met veel omega-3-vetzuren (bv. lijnzaadolie, koudgeperst raapzaadolie), omdat deze makkelijker in transvetten worden omgezet! Deze vetten zijn wel geschikt (en heel gezond!) voor koud gebruik.
  • Gebruik bij voorkeur niet teveel vette vleessoorten, maar wissel af met gevogelte, vis en vegetarische producten.