Sociale media biedt ons kansen om te laten zien dat we trots zijn op ons werk en het kan bijdragen aan een positief imago van De Voedietist. Het delen van informatie en kennis over onze organisatie en de diëtetiek in het algemeen kan leiden tot een goed/beter beeld van De Voedietist, met als doel als betrouwbaar en als kennisdrager te worden gezien. Dit kan ervoor zorgen dat bestaande cliënten onze dienst willen blijven gebruiken en potentiële cliënten onze praktijk in de toekomst willen bezoeken of andere mensen hiervan overtuigen dit te doen.
Privé-gerelateerde en werkgerelateerde zaken zijn niet zo gemakkelijk te scheiden. Om het gebruik van sociale media toch enigszins te sturen en om verschillende denkbeelden over het gebruik van sociale media in de organisatie niet te laten leiden tot misverstanden, hebben we een aantal tips voor je op een rijtje gezet.
Als je betrokken bent in sociale media, vragen we je hier rekening mee te houden:
1. Houd je aan je expertisegebied en neem de lezer mee in jouw wereld als diëtist.
2. Baseer en refereer wat je schrijft op/naar betrouwbare/professionele bronnen (bij twijfel overleg met Hanna).
3. Bij voorkeur geen cliënten/verwijzers toevoegen als ‘vriend’ aan je persoonlijke account(s) op social media. Dit geldt niet voor LinkedIn, omdat dit een zakelijk account is kun je hier wel cliënten/verwijzers toevoegen.
4. Post betekenisvolle, respectvolle opmerkingen, dus geen spam/opmerkingen die off-topic of beledigend zijn.
5. Wanneer je het oneens bent met de mening van anderen, blijf dan toch beleefd.
6. Vermijd negatieve discussies met (potentiële) cliënten, verwijzers of collega’s.
7. Neem even de tijd en denk na voordat je inhoud en/of beeldmateriaal publiceert.
8. Reageer tijdig op opmerkingen, indien een reactie wenselijk is. Bij twijfel overleg met Hanna of Pamela.
9. Respecteer de eigendomsrechten van informatie en inhoud, alsook de vertrouwelijkheid.
10. Vermijd het schrijven over collega’s, andere werknemers en leidinggevenden.
11. Publiceer of schrijf geen berichten die schadelijk voor de organisatie zijn.
12. Koppel onze goede naam niet zonder meer aan een bepaald merk/product. Als je hier toch goede redenen voor hebt overleg dat dan eerst met Hanna.
