De ene persoon gaat wel drie keer per dag. De ander maar drie keer per week. We hebben het over poepen. Iets wat normaal gesproken vanzelfsprekend is. Helaas geldt dit lang niet voor iedereen. Een veel voorkomende klacht in de spreekkamer is een moeizame ontlasting. We spreken van obstipatie of verstopping wanneer je minder dan drie keer per week (harde) ontlasting hebt. De Bristol Stool Chart (zie afbeelding) is ontwikkeld om te zien of je een goede ontlasting hebt. Type 3 en 4 worden beschouwd als normale ontlasting. Type 1 en 2 vallen onder de categorie obstipatie. De overige types duiden op diarree of een te lage vezelinname.

Bron: Continence Foundation of Australia

Normaal gesproken passeert de ontlasting de darmen in een normaal tempo. In de dikke darm wordt vocht onttrokken uit de ontlasting. Als deze niet voldoende of niet snel genoeg zijn werk kan doen, blijft deze ontlasting te lang in de dikke darm achter en wordt er te veel vocht onttrokken. De ontlasting wordt harder en het wordt moeilijker om deze door de darm te laten passeren. Hoe langer de ontlasting in de darmen blijft, hoe harder en droger het wordt. En des te moeilijker is het om een normale stoelgang te waarborgen. Er zijn meerdere redenen waardoor er obstipatie ontstaat. Hieronder worden de belangrijkste oorzaken benoemd.

Voeding

Het eten van voldoende vezels en het gebruik van voldoende drinkvocht draagt bij aan een goede stoelgang. Het advies is daarom om volkoren producten te nuttigen en voldoende groenten en fruit. De vezels werken als een soort spons. Ze trekken vocht aan en maken de ontlasting daardoor zachter. Het is daarom ook belangrijk om bij het eten van voldoende vezels, genoeg te drinken; 2-2,5 liter per dag.

Beweging

Voldoende beweging houdt ook de darmen in beweging. Als we te weinig bewegen, kan dit er voor zorgen dat de darmen minder in beweging zijn, waardoor de ontlasting de darmen langzamer passeert. Hierdoor wordt er te veel vocht onttrokken en kan er obstipatie ontstaan.

Ontbijten

Niet ontbijten kan er voor zorgen dat er obstipatie ontstaat. De darmen hebben ‘s nachts rust gehad en moeten in de ochtend weer op gang gebracht worden. Als er niet wordt gegeten, blijven de darmen in ruststand en zal de ontlasting in de darmen blijven zitten.

Overige factoren

Naast bovenstaande factoren kunnen ook o.a. stress, zwangerschap, aanleg en intoleranties en allergieën de stoelgang beïnvloeden.

Vaak wordt er geen lichamelijke oorzaak gevonden voor obstipatie. De diëtiste kan jou dan helpen met het in kaart brengen van jouw voeding en bespreekt de andere factoren die van invloed kunnen zijn op de ontlasting. Samen met de diëtiste stel je een voedingsplan op, om met behulp van gezonde voeding de stoelgang weer te optimaliseren. Indien je last hebt van een prikkelbare darm, waarbij obstipatie ook een veelvoorkomende klacht is, kun je ook onder begeleiding van de diëtiste het FODMaP-beperkte dieet volgen.

diëtiste