Koolhydraten

 

Vorige week hadden we het over koolhydraten in het algemeen. Er werd toen al genoemd dat het een verzamelnaam is voor suiker, zetmeel en vezels. Er is uitgelegd dat koolhydraten bestaan uit één of meer sachariden en dat dit een hele lange suikerketen kan zijn, maar ook een enkel suikermolecuul. Vandaag gaan we kijken naar zetmeel en vezels, dit zijn ook koolhydraten, maar hoe zit dit precies?

 

Zetmeel

Zetmeel zijn polysachariden, dit zijn langere suikerketens en deze worden dus minder snel afgebroken door het lichaam. Aardappels zijn een grote zetmeelbron en zorgen dus voor veel energie. Wanneer je ’s avonds aardappels, vlees en groente eet heb je een heel volledige maaltijd. De aardappels verzorgen het grootste deel van de energie die het lichaam nodig heeft, het vlees bevat vaak veel eiwitten en de groenten zijn rijk aan vezels, vitaminen en mineralen.

 

Vezels

Sommige koolhydraten kan het lichaam niet verteren, of niet geheel verteren. Dit worden vezels genoemd. Er zijn veel verschillende soorten voedingsvezels, elk met hun eigen functies. Sommige vezels zijn belangrijk voor een goede stoelgang, ze voorkomen dat de ontlasting te dik of te dun is. Andere vezels verlagen het cholesterol, dit kan dan minder ophopen in de bloedvaten.

 

Tot slot

De overeenkomst tussen alle koolhydraten zijn de sachariden, dit zijn de bouwstenen voor koolhydraten. De manier waarop het lichaam de koolhydraten verwerkt is echter anders, waardoor niet alles (volledig) wordt afgebroken. Het is belangrijk om gevarieerd te eten, zodat alle verschillende koolhydraten genuttigd worden. Hoe zit dat dan met een koolhydraatbeperkt dieet? Daar gaan we het volgende week over hebben.