De meeste voedingsmiddelen die je koopt zijn verpakt. Op de verpakking staat allerlei informatie. Om te bepalen of je een gezond product in jouw mandje legt, is het belangrijk om het etiket te lezen. De hoeveelheid aan informatie is vaak groot. Hieronder vind je een overzicht van de belangrijkste informatie waar je op kunt letten.
Wat staat er op de verpakking?
- De naam en/of omschrijving van het product.
- De ingrediënten: De ingrediënten staan in de volgorde van hoeveelheid vermeld. Als op een etiket “suiker” als eerste ingrediënt staat, dan weet je dat suiker het grootste bestanddeel van het product is.
- De houdbaarheidsdatum: ‘Te gebruiken tot’ wordt gebruikt voor voedsel dat snel bederft.
Je kunt het product na deze datum beter niet meer gebruiken. ‘Minimaal houdbaar tot’ wordt gebruikt op voedsel dat langer bewaard kan worden. Het is meestal niet gevaarlijk om een product na deze datum te gebruiken, maar het voedsel kan wel zijn smaak en/of textuur gaan verliezen. - De fabrikant en contactgegevens.
- De hoeveelheid: Netto hoeveelheid van het product, in volume voor vloeistoffen en in massa voor overige producten. Vaak zie je op een verpakking een “℮” achter de hoeveelheid staan, de “℮” kun je vrij vertalen met ongeveer. Staat er geen “℮” op de verpakking dan moet de aangegeven hoeveelheid er minimaal in zitten.
- Allergenen.
- Voedings- en gezondheidsclaims.
- De voedingswaarde van het product.
De voedingswaardetabel
Vaak staan er allerlei gezondheidsclaims op een verpakking, zoals: ‘extra light’, ‘0% vet’, ‘minder zout’, ‘past in een cholesterolverlagend dieet’ of ‘vezelrijk’. Deze slogans zijn soms misleidend, het is beter om voor een bepaald product te kiezen op basis van de voedingswaarde.
De voedingswaardetabel geeft veel informatie over het product. Op de verpakking staan de voedingswaarden meestal per 100 gram/ml vermeld, let dus op hoe groot jouw portie is, als een portie 200 gram is, moet alles met 2 vermenigvuldigd worden. Soms wordt de voedingswaarde per portie vermeld. Het is goed om verschillende producten met elkaar te vergelijken. Hoeveel energie iemand nodig heeft, is afhankelijk van geslacht, leeftijd en activiteiten.
Wat betekenen de voedingswaarden?
De energetische waarde (kcal/kJ)
Dit geeft aan hoeveel energie het voedingsmiddel levert. De energetische waarde wordt weergegeven in kilocalorieën (kcal) of kilojoules (kJ). Het energiegehalte van een product wordt bepaald door vet, koolhydraten, eiwit en alcohol. Het bovenstaande product bevat per 100 gram 367 kcal.
Eiwitten
Dit zijn de bouwstenen van het lichaam. Eén gram eiwit bevat 4 kcal.
Koolhydraten
Dit zijn de belangrijkste energieleveranciers van het lichaam. Er wordt op het etiket vaak onderscheid gemaakt tussen suikers en zetmeel. Hoe hoger het gehalte aan zetmeel relatief is, des te gunstiger is het in de meeste gevallen. Suikers zijn kleine koolhydraten en worden snel door het lichaam verwerkt. Suikers zijn niet altijd toegevoegde suikers. Fruitsuikers en melksuikers zijn voorbeelden van natuurlijke suikers in een product. Eén gram koolhydraten bevat 4 kcal.
Vetten
Vetten leveren de meeste calorieën, maar zijn toch belangrijk voor het lichaam. Verzadigd vet en transvet zijn ongezonde vetzuren, die het cholesterol in het bloed kunnen laten stijgen en hiermee het risico op hart- en vaatziekten vergroten. Onverzadigd vet is juist gunstig voor de gezondheid. Het is dus belangrijk om naast de hoeveelheid vet, te kijken naar het soort vet. Eén gram vet levert 9 kcal.
Vezels
Vezels zijn bestanddelen van voeding die in planten voorkomen. De inname van voldoende voedingsvezels is belangrijk voor de stofwisseling en een goede darmwerking.
Natrium/zout
De meeste mensen in Nederland eten te veel zout, dit is niet gunstig voor de gezondheid. Volwassenen hebben per dag 6 gram zout nodig (dit komt overeen met 2,4 gram natrium). Het is dus goed om te kijken of het gehalte aan zout in het product niet te hoog is.
De meest voorkomende voedingsclaims
Een fabrikant mag pas een voedingsclaim gebruiken, zodra het product aan de voorwaarden voldoet. Vaak kunnen de voedingsclaims misleidend zijn. Het betekent niet altijd dat een product gezond is.
‘Light’
Light betekent dat een product 33% minder energie, vet, suiker of zout bevat dan de normale variant. Light frisdrank is in de meeste gevallen energievrij. Maar light chips light pindakaas en magere rookworst bevatten bijv. nog steeds veel vetten, koolhydraten, suikers en/of energie.
‘Dieet’
Dit betekent dat het voedingsmiddel in een bepaald dieet past. Dit houdt dus niet automatisch in dat het product weinig calorieën levert en goed voor de lijn is.
‘Halva’
Halva betekent de helft. Halvarine bevat bijvoorbeeld de helft minder vet dan margarine en halvajam bevat de helft van het aantal suikers vergeleken met gewone jam.
‘Geen suiker toegevoegd’
Dit betekent dat er aan het product geen extra suikers zijn toegevoegd, maar houdt niet in dat het product ook geen suikers bevat en het dus onbeperkt gebruikt kan worden. Veel producten bevatten natuurlijke suikers, zoals fruit, vruchtensap en zuivel.
E-nummers
Dit zijn stoffen die niet van nature in het product voorkomen, maar die door de fabrikant zijn toegevoegd, zoals kleurstoffen, smaakstoffen en conserveermiddelen. E-nummers zijn door de Europese Unie goedgekeurd en getest op veiligheid.
Wees zelf als consument kritisch door altijd op het etiket te kijken en blijf vergelijken!
diëtiste