Leuk weetje

 

Vrijdag is het Bevrijdingsdag, dan vieren we dat we 77 jaar geleden bevrijd werden van de Duitse onderdrukking. Tegen het eind van de Tweede Wereldoorlog was de situatie nijpend. Er was een groot tekort aan eten en de mensen kenden echte honger. We noemen het nu dan ook de Hongerwinter. Niet alleen was er niet genoeg te eten, er was ook onvoldoende brandstof, waardoor er thuis geen licht of verwarming was en ook het koken bemoeilijkt werd.

In die grauwe tijd besloten mensen tulpenbollen te eten, deze bollen waren uitgedroogd en smaakten nergens naar, maar het was beter dan een lege maag. Ook scheelde het dat de bollen snel gaar waren, wat kostbare brandstof bespaarde. In kranten werden recepten geplaatst en de Voedingsraad waarschuwde niet meer dan drie tulpenbollen per dag te eten en geen bollen van narcissen en gladiolen te eten, want die kunnen giftig zijn.

Mensen associëren het eten van tulpenbollen nog altijd met de oorlog en niet als iets van nu, maar eigenlijk is het veel ouder. In de tijd van de Romeinen werden tulpenbollen ook gegeten, dit werd toen als een delicatesse gezien. Er is een kookboek uit circa 900 na Christus wat is toegeschreven aan een zekere Apicius, hier staan recepten in waar tulpenbollen bij werden gebruikt.

Voor wie het leuk vindt is het ook vandaag de dag mogelijk om te experimenteren met tulpenbollen. Je kunt ze kopen van Nederlandse bodem, waardoor het transport veel duurzamer is dan dat van veel andere producten.

Net als aardappelen zijn tulpenbollen rijk aan zetmeel en ook de structuur komt enigszins overeen. Verder bevatten ze vitamine C, suikers en vetten. Ze kunnen heel lekker zijn en het recept hoeft ook helemaal niet moeilijk te zijn. Belangrijk is wel dat de tulpenbollen vers en onbespoten zijn, anders smaakt het niet lekker en zijn ze mogelijk niet goed.