Nieren

 

Morgen is het Wereld Nieren Dag, een dag speciaal in het leven geroepen om aandacht te geven aan onze nieren. De nieren zijn twee belangrijke organen die afvalstoffen uit het lichaam verwijderen, de bloeddruk onder controle houden door de vocht- en zoutbalans op orde te houden en het hormoon aanmaken dat je nodig hebt voor de productie van de rode bloedcellen. Je nieren zijn dus heel belangrijk en verdienen daarom zeker een dag waarop ze even uitgelicht worden. De komende twee weken gaan we kijken naar de invloeden van voeding op de nieren, vooral op het moment dat de nierfunctie verminderd is en ze onze extra aandacht nodig hebben. Vandaag kijken we naar eiwitten, fosfor en kalium. Volgende week leggen we onze focus op natrium en water.

 

Eiwit

Eiwitten zijn belangrijke voedingsstoffen, omdat ze voor veel lichaamscellen een bouwstof zijn. Continu worden er cellen afgebroken en weer opnieuw opgebouwd uit eiwitten. De afgebroken cellen worden o.a. als ureum afgevoerd. Dit ureum wordt door de nieren verwerkt, wanneer de nieren echter niet voldoende kunnen functioneren, kan er ureum in het lichaam achterblijven. Dit gaat dan ophopen en kan een vergiftiging veroorzaken. Bij een verminderde nierfunctie is het daarom belangrijk om naar de eiwitinname te kijken, om te voorkomen dat dit te hoog is. Uiteraard is het ook belangrijk dat dit niet te laag is, want dan heeft het lichaam onvoldoende bouwstoffen. Daarom wordt dit altijd overlegd met een diëtist, zo wordt het goed in de gaten gehouden.

 

Fosfor

Fosfor, ook wel fosfaat genoemd, is een noodzakelijke voedingsstof voor onze botten. Samen met calcium verstevigen ze ons skelet en onze tanden. De meeste mensen kunnen gewoon eten en een eventueel te veel aan fosfor wordt door de nieren verwerkt. Wanneer de nierfunctie verminderd is, werkt dit helaas niet zo en blijft het teveel aan fosfor in het lichaam aanwezig. Deze fosfor kan dan calcium uit de botten onttrekken en samen slaan deze stoffen neer in de aderen. Hierdoor kunnen de botten dus brozer worden en de bloedvaten verslechteren. Een indicatie van fosforophoping is het hebben van veel jeuk, fosfor gaat zich namelijk veel ophopen onder de huid, wat jeuk veroorzaakt. Bij een verminderde nierfunctie zal een diëtist kijken of de fosforinname misschien geminderd moet worden. Fosfor zit veel in eiwitrijke producten, dus wanneer iemand de eiwitinname moet minderen zal automatisch de fosforinname ook lager worden.

 

Kalium

Ook kalium zullen de nieren uitscheiden wanneer je hier te veel van hebt binnengekregen. Dit wordt dan met de urine uitgescheiden. Wanneer de nieren dit niet goed kunnen, blijft er te veel achter in het lichaam. Een te hoog kaliumgehalte kan klachten geven aan het hart en in het ergste geval zelfs een hartstilstand veroorzaken. Bij de gemiddelde persoon zal dit niet zomaar gebeuren, omdat een teveel aan kalium niet zomaar voorkomt, maar bij een verminderde nierfunctie moet dit wel in de gaten gehouden worden.

 

In het kort

Zowel eiwitten, fosfor als kalium kunnen ophopen in het lichaam wanneer de nieren niet goed werken. Als je een verminderde nierfunctie hebt is het belangrijk om contact op te nemen met een diëtist. Het is niet verstandig om zelf iets te gaan minderen zonder overleg, omdat deze drie voedingsstoffen wel heel belangrijk zijn voor het lichaam en niet zomaar gemeden kunnen worden. Volgende week kijken we naar de invloeden van water en natrium op de nieren.