De banaan is een stuk fruit dat we allemaal wel kennen. Veel mensen hebben er structureel een paar van in de fruitschaal liggen of hebben ze hangen aan een speciale bananenhouder zodat ze langer goed blijven. Vroeger was de banaan echter nog geen onderdeel van ons standaard voedingspatroon, sterker nog, je zou hem niet eens herkennen!
Bananen zagen er vroeger heel anders uit, ze hadden hele grote pitten, bijna geen vruchtvlees en smaakten ook niet lekker. Tegenwoordig is de banaan zover door veredeld, dat we nu bananen hebben zonder pitten, dat smaakt natuurlijk een stuk lekkerder. Helaas kunnen bananen daardoor niet uitgroeien tot nieuwe bananenplanten, om toch nieuwe planten te kunnen kweken worden de planten gestekt. Dit houdt in dat je een stukje van de plant neemt en die laat uitgroeien tot een hele nieuwe plant, je krijgt als het ware een kopie van de voorgaande bananenplant. Dit is een hele slimme methode die veel wordt toegepast en het mogelijk maakt dat we de bananen eten die we nu gewend zijn.
Helaas zit er wel een keerzijde aan deze manier; doordat de bananenplanten allemaal kopieën zijn, zijn ze ook allemaal gevoelig voor dezelfde ziektes. Wanneer een plantage blootgesteld wordt aan een ziekte, dan worden alle planten getroffen in zeer korte tijd omdat ze allemaal exact hetzelfde zijn. Eerder zagen we dit al gebeuren met de bananenteelt, in eerste instantie was het een enkele plantage die eronder te lijden had, maar langzaam maar zeker trok de bewuste schimmel steeds verder de wereld over.
De oplossing? Een nieuwe bananenplant! Maar ook die wordt nu weer bedreigt door dezelfde schimmel die net als de bananenplant verder geëvolueerd is. Hopelijk wordt er snel een oplossing gevonden voor dit probleem, want wij willen natuurlijk niet zonder de banaan! Bananen zitten vol kalium, B-vitaminen en andere vitaminen en mineralen. Ook zijn ze de ideale, snelle hap na het sporten en natuurlijk zijn ze gewoon heel erg lekker. Laten we dus hopen dat de banaan nog een lang bestaan zal hebben!