11 april is het Wereld Parkinson Dag. Dit is de dag waarop James Parkinson werd geboren. Hij is de persoon die al rond 1817 de ziekte van Parkinson heeft beschreven. Op deze dag wordt wereldwijd aandacht geschonken aan deze aandoening.
Wat is de ziekte van Parkinson?
De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte, dat wil zeggen dat het een ziekte is van het zenuwstelsel. De meeste mensen kennen de ziekte vooral van de trillende handen en stijfheid, maar er zijn vele soorten klachten die kunnen ontstaan door de ziekte. Ook is voeding een belangrijk onderdeel bij deze ziekte, alhoewel hier niet altijd aan wordt gedacht. Hieronder worden enkele klachten kort besproken. Het hoeft zeker niet zo te zijn dat al deze klachten ook voorkomen bij iemand met de ziekte van Parkinson.
Voeding en medicatie
Eén van de belangrijkste invloeden vanuit de voeding is de wisselwerking tussen eiwitten uit ons voedsel en Parkinson medicatie (bijvoorbeeld levodopa, of medicatie die deze stof bevat). Levodopa kan namelijk minder goed in het lichaam worden opgenomen wanneer er kort voor of na de inname van deze medicatie veel eiwitten worden gegeten. Deze wisselende reactie op de medicatie wordt responsfluctuatie genoemd. De diëtist kan helpen om de voeding en de medicatie goed op elkaar af te stemmen, zodat u wel alle essentiële voedingsstoffen binnenkrijgt, maar dat de werking van de medicijnen niet verstoord wordt. Eiwitten zijn immers essentieel voor de spiermassa en daarmee een goede conditie.
Gewicht
Een ander veelvoorkomend probleem is het gewicht. Zo zorgt Parkinson vaak voor een hogere verbranding, waardoor het gewicht (zeker bij een te lage inname van energie), gemakkelijk kan dalen. Dit gaat dan vaak ten koste van de spiermassa, wat ook weer invloed heeft op het ziekteproces, de conditie en de weerstand. Hierbij zijn extra eiwitten van belang, waarbij er dus wel rekening gehouden moet worden met de inname van de medicatie en het tijdstip van inname van deze eiwitten. Aan de andere kant kan het gewicht ook juist toenemen, doordat mensen minder bewegen of in sommige gevallen door eetbuien die veroorzaakt kunnen worden door de medicatie.
Stoelgang
Een andere vaak gehoorde klacht is obstipatie. Door de ziekte van Parkinson kan het lastig zijn om voldoende in beweging te blijven wat de stoelgang kan belemmeren. Daarnaast kan het komen door een verslechtering van de zenuwen. Vaak speelt obstipatie dan ook al langer voordat de diagnose Parkinson gesteld is. Voeding kan helpen om de obstipatie zo veel mogelijk te beperken en de stoelgang positief te bevorderen.
Motoriek
In sommige gevallen kunnen er, door een verminderde motoriek, kauw- en/of slikstoornissen ontstaan. Hierbij bestaat er een groot risico op verslikken, maar ook de kans op ondervoeding. Soms is het daarom nodig om de voeding aan te passen qua consistentie. Dit wordt vaak gedaan in samenwerking tussen de diëtiste en de logopedist.
Indien je deze klachten herkent bij jezelf of bij een naaste die de ziekte van Parkinson heeft, is het goed om aan de bel te trekken, zodat deze klachten kunnen verminderen en de kwaliteit van leven zo goed mogelijk gewaarborgd blijft.